Wanneer ontstond de Groenlandse ijskap?
Wanneer begon het ijspakket op Groenland te groeien? Dat is de vraag waar aardwetenschapper Diederik Liebrand (Universiteit Bremen) zich over buigt. Het is een belangrijke vraag, want betere kennis over het ontstaan van de Groenlandse ijskap helpt wetenschappers te begrijpen hoe ijskappen reageren op de steeds verder oplopende temperaturen van onze planeet.
Een grote ijskap ontstaat op land wanneer zomertemperaturen zo laag worden dat sneeuw zelfs tijdens de zomers op het oppervlak blijft liggen en op kan gaan stapelen. In het verre verleden, ongeveer 34 miljoen jaar geleden, is dit bijvoorbeeld op Antarctica gebeurd. Maar wetenschappers zijn er nog niet achter wanneer dit proces op Groenland begon waardoor de ijskap ontstond.
De temperaturen op aarde zijn afhankelijk van de concentratie CO2 in de atmosfeer. Het is bekend dat zo’n 23 miljoen jaar geleden het CO2-niveau op de aarde zover was gedaald dat er een ijskap op Groenland zou kunnen groeien. Maar is dit toen al direct begonnen? Andere wetenschappers vermoeden dat de Groenlandse ijskap pas zo’n 5 miljoen jaar geleden is ontstaan.
Kantelpunt
Zodra een ijskap begonnen is te groeien en een bepaald volume heeft bereikt, vormt het een eigen lokaal klimaat waarbij temperaturen nog verder afnemen. Door dit kantelpunt heeft de ijskap dus een zelf-stabiliserend effect gecreëerd. Anders gezegd: het kost vanaf dat moment ook meer moeite om de ijskap weer te laten smelten. Het begrijpen van zulke kantelpunten is belangrijk om er achter te komen hoe gevoelig de ijskap is voor de stijgende CO2-concentraties van vandaag.
Bewijs
Om hard bewijs te verzamelen die aantonen wanneer de Groenlandse ijskap precies is ontstaan, is Diederik op zoek gegaan naar fossielen in sedimenten op de bodem van de oceanen. Zuurstofisotopen, bewaard gebleven in skeletjes van kleine beestjes op de oceaanbodem, geven wetenschappers informatie over de temperatuur van het water en de hoeveelheid landijs op aarde. Ook is Diederik op zoek gegaan naar directer bewijs van landijs, zoals steentjes die aan de onderkant van een ijsberg blijven plakken, vervolgens honderden kilometers vervoerd worden en dan neerkomen op de zeebodem zodra de ijsberg in warmere wateren terecht komt.