Natuurkunde
Wil je begrijpen hoe het klimaatsysteem werkt, dan moet je de wetten van de natuurkunde kennen. Zo is het voor iedereen een logische gedachte dat het smelten van de ijskappen op de Noordpool te maken heeft met warmte – maar hoe snel smelten die dan? En hoeveel graden moet de omgeving stijgen voor ze helemaal weg zijn? Die vragen proberen klimaatonderzoekers te beantwoorden, en daarvoor is natuurkunde nodig.
Natuurlijk zijn de formules die ze daarvoor gebruiken iets ingewikkelder dan die in je tekstboek staan, maar de basis is hetzelfde. Veel klimaatonderzoekers gebruiken modellen die gebaseerd zijn op natuurkundige wetten en gegevens uit metingen of experimenten. Met die klimaatmodellen kunnen onderzoekers vaststellen wat het klimaat in een bepaalde periode was, en voorspellen hoe het klimaat zich in de toekomst zal ontwikkelen.
Ook de eigenschappen van atomen zijn belangrijk voor klimaatonderzoek: aan de hand van de verhouding van verschillende zuurstofisotopen in een ijskern kun je bijvoorbeeld zien hoe koud het was op het moment dat dat ijs werd gevormd (zie ook scheikunde).